Belichting begrijpen binnen 10 minuten
Belichting blijft een lastig dingetje in de fotografie wereld. Vooral wanneer je net begint met fotograferen, kan het ingewikkeld zijn de juiste belichting te vinden. Soms heb je geluk en krijg je meteen een mooie foto, en soms wil het niet lukken. Het lastige aan belichting is dat het een technisch aspect is. In dit artikel leg ik het zo simpel mogelijk uit, zodat je binnen 10 minuten begrijpt hoe belichting werkt.
Het registreren van beelden
Een spiegelreflexcamera kun je vergelijken met een hoofd. De lens op de camera is jouw zicht en de body van de camera zijn jouw hersenen. Met de lens – jouw pupil- zie je dingen, terwijl de hersenen alle details registreren. Wanneer je bijvoorbeeld naar een bloem kijkt, zien je ogen een bloem en zenden ze informatie naar de hersenen. Details als de kleur en grootte worden naar je hersenen verzonden. Echter, wanneer het te donker is, of wanneer je te snel kijkt, zie je die details niet. De informatie naar jouw hersenen is aangetast.
Belichtingsdriehoek
De belichtingsdriehoek bestaat uit drie onderdelen: diafragma, sluitingstijd en ISO. Deze drie componenten werken samen aan de belichting, zodat de hersenen (de camerachip) kunnen vaststellen wat jij ziet. Tijdens een cursus fotografie werken we aan een juiste balans tussen deze drie onderdelen, zodat je de perfecte belichting creëert.
Zoals met alles geldt: ‘te’ is niet goed. Te veel licht zorgt ervoor dat de foto overbelicht wordt en je geen details kunt zien. Te weinig licht zorgt voor een donkere foto, waarop je niet veel ziet.
Diafragma, sluitertijd en ISO
- Diafragma: Hoe wijd open jij jouw ogen? Bij een kleine diafragma (een hoge f-nummer, zoals f/22), is het alsof je met je ogen knijpt. Bij een groot diafragma (een lage f-nummer, zoals f/1.4), is het net alsof je insectenogen hebt.
- Sluitertijd: Hoe lang open jij jouw ogen? Bij een snelle sluitertijd, zoals 1/1000e van een seconde, is te vergelijken met snel knipperen met de ogen. Een lage sluitertijd, zoals 2 seconden, betekent de ogen openhouden en dan knipperen. Onthoud dat de hersenen alles registreert wanneer de ogen open zijn. Wanneer iets waarnaar jij kijkt beweegt, en de ogen zijn een lange tijd open, dan zullen de hersenen er een wazige afbeelding van maken.
- ISO: Een speciale bril die jou helpt zien in het donker. Het is in feite het tegenovergestelde van een zonnebril. Hoe hoger ISO is, hoe dikker de glazen zijn en hoe meer je ziet met weinig belichting. Wanneer het een zonnige dag is, heb je juist een lage ISO nodig.
Vragen ?????
Heb je naar aanleiding van deze blog vragen, laat het me hieronder dan weten. Ik ben benieuwd. Wat vond je ervan?